We maken allemaal deel uit van een sociaal systeem. Dat systeem heeft regels om te voorkomen dat ons leven een puinhoop wordt en we regelmatig conflicten hebben. Beleefdheid, respect voor elkaar en ook: ‘je kunt té eerlijk zijn’, je mag elkaar immers niet kwetsen. Stel iemand vraagt aan je: wat vind je van mijn nieuwe kapsel? Dan zeg je niet: ‘Nou, om eerlijk te zijn lijk je net een stekelvarken’. We hebben geleerd om diplomatiek te zijn, om leugentjes-om-bestwil te gebruiken, om de waarheid net even iets anders voor te stellen. Wie zegt er nu eerlijk dat hij geen zin had om uit zijn bed te komen, als hij ’s morgens te laat op een afspraak verschijnt. Dan roep je iets vaags over een auto met kuren of een zieke hond.
Kortom, we hebben geleerd dat eerlijkheid niet altijd hoeft. Dat passen we ook toe in werksituaties. Je collega is humeurig, werkt niet prettig samen of je leidinggevende maakt een verkeerde beoordeling of lijkt medewerkers voor te trekken.
Het lijkt dan vaak een goede oplossing om niet alles uit te spreken zodat je de ander niet kwetst. ‘Je kunt ook té eerlijk zijn.’ Maar is dat echt de reden dat je op je tong bijt? Vraag je eens af of dit werkelijk is waarom je iets niet uitspreekt. Gebruik de ander niet als excuus. Wat maakt dat jij niet zegt wat je echt denkt en wat denk je dat daar het effect van is? De ander voelt dat er iets is, maar weet niet wat. Dit roept een gevoel van onveiligheid op. Is het niet juist kwetsend dat je niet oprecht bent naar de ander? Vul niet voor de ander in hoe iets wellicht kan overkomen. In een werksituatie kun je er van uitgaan dat die ander volwassen genoeg is om hier zelf mee om te gaan. Kortom, ga de confrontatie aan met de ander, maar in eerste instantie vooral met jezelf.
PS Mee eens, niet mee eens? Ik hoor graag reacties.