Het ongemak van tranen

Regelmatig maak ik mee dat een coachee tranen in zijn of haar ogen krijgt tijdens een gesprek.   Achteraf vaak gevolgd met excuses en onnodige schaamte. Tranen roepen bijna altijd een tegenreactie op. De tranende schaamt zich voor zijn zwakte, voelt zich kwetsbaar en bezwaard. De ontvanger heeft de neiging direct in de reddersrol te stappen en zich over de tranende te ontfermen. Hier vraagt de ander echter niet om.  Het is een fysieke uiting van emotie in mijn optiek. De een huilt eerder dan de ander. Heeft die persoon het daarom zwaarder? Dat kan, maar dat is maar de vraag. Iedereen heeft zijn eigen manier van uiten. De een wordt kwaad, de ander trekt zich terug en een volgende huilt bittere tranen. Daar hoef je, je niet voor te schamen. Wellicht als je het erg bont maakt en je trapt uit onmacht en frustratie de kattenbak elkaar, zijn excuses op zijn plek.  Zoals ik deed na het overlijden van mijn moeder. Mijn dappere moeder die in het ziekenhuis tegen de opnameverpleegkundige zei dat ze niet meer kon huilen om haar komende dood. Ze was het huilen verleerd na een huwelijk met haar eerste man. Het uitblijven van haar tranen heeft me meer geraakt dan alle tranen bij elkaar. Met tranen roepen we een tegenreactie op, wat wel al jong geleerd hebben. Als je huilt krijg je aandacht en wordt je getroost. Een kind dat zich bezeerd waar niemand bij is zal minder snel huilen dan in het bij zijn van een ouder. Als een coachee een traan laat vind ik dat soms verdrietig, maar het maakt niet dat ik mij verantwoordelijk voel voor het verdriet van de ander.  Wanneer een coachee in de spiegel kijkt wordt hij soms geconfronteerd met iets van zichzelf en dit doet pijn. Persoonlijk vind ik tranen iets mooi hebben, wanneer het puur en oprecht is. Dan durft iemand zich kwetsbaar op te stellen en ik voel me bevoorrecht dat ik hier getuige van mag zijn. Kortom er is niets mis met tranen, maar soms wel met de manier waarop er op gereageerd wordt.